Battambang.

11 november 2017

Zondag 5 november: Vroeg uit bed want om 6:30 uur zou ik worden opgehaald voor de boot naar Battambang. Ontbijt is pas mogelijk vanaf 6:30 uur dus heb ik een mee-neem-ontbijt besteld. Ik had het merendeel van mijn spullen al ingepakt dus ben ik mooi op tijd klaar. De bus is wat later en om 8 uur zijn we bij de boot. In de boot zijn zitplaatsen voor ongeveer 50 personen maar zoveel mensen zijn er niet. Onderweg pikken we nog wat 'locals’ op die vervolgens verderop weer van boord gaan.
Het is een enigszins avontuurlijke boottocht. Nu het water zo hoog staat volgen we de rivier niet precies. De kapitein neemt vrijwel continu 'binnendoor vaartjes’. Dat resulteert erin dat we een keer vastzitten in drijvende planten en soms gaan die 'binnendoortjes’ tussen bomen door waar de boot net wel/niet door kan. De takken zwiepen dan naar binnen. De voorzijde van de boot ziet er enigszins aerodynamisch uit maar dat is in de praktijk meer “takken-dynamisch”. Tot slot komen we nog bijna vast te zitten op een plek waar het waterpeil zo laag is dat we met de bodem over de grond gaan en nauwelijks nog vooruit gaan. Maar de kapitein en zijn assistent lossen het allemaal op. Niet iedereen op de boot, met name sommige andere toeristen, kan de tocht waarderen, ik wel. Het zorgt ervoor dat het niet slaapverwekkend wordt hoewel er bij tijd en wijlen toch wel gedut wordt, ook door mij.
Voor de verandering regent het vrijwel de gehele boottocht. Niet heel hard maar van die druilerige buien. In de boot zitten we grotendeels droog.
Gedurende mijn week in Siem Reap heeft het maar 1 of 2 keer kort geregend.
Voor de Cambodjanen maar ook voor de buitenlanders die hier al langer zijn, voelt het winters. Het is nogal tijd een graad of 25 maar de 30 graden is al een tijdje niet meer gehaald, dat was in Siem Reap al zo. Bij mijn trip om de zonsopkomst bij Angkor Wat te gaan zien, had mijn, maar ook andere tuk-tuk chauffeurs een dikke winterjas aan terwijl de toeristen achterin in een T-shirt (ik) of hemd zaten. Het was per slot van rekening nog altijd 24 graden.
Deze temperaturen maken het wel aangenamer om wat te ondernemen.
Als we aankomen in Battambang staat mijn tuk-tuk chauffeur al klaar. Hij heeft een speciale, 'high-speed’ tuk-tuk: een omgebouwd autootje. Zie de foto die ik geupload heb. De chauffeur blijkt ook de eigenaar van het guesthouse te zijn en heet Sophorn. Nou, de foto's op internet hebben niks te veel gesuggereerd. Het zijn prachtige bungalows gemaakt van riet, bamboe en hout van palmbomen. Ze zijn wel eenvoudig maar mooi ingericht: een 2-persoons bed, 2 kleine tafeltjes langs het bed en nog een iets groter tafeltje. Het bed ziet er uit als een hemelbed met een constructie om het rode muskietennet te dragen. Het beddengoed en de handdoek zijn allemaal heel kleurrijk. Ik wordt er vrolijk van en voel me er direct thuis. Op de veranda staat nog een stoel, een tafeltje en er hangt een hangmat. Check ook vooral de foto's. Die hangmatten zie je heel veel bij de 'locals’, leuk dat ik er nu 'zelf’ één heb. Ik gebruik hem direct om 's middags ff een powernap te doen.
Toilet en 'douche’ zijn in een apart gebouwtje ondergebracht en deel je met de andere bungalows, net als op een camping. Aangezien ik momenteel de enige gast ben is dat sowieso geen probleem. Het toilet is een standaard toilet maar douchen gaat met een emmer of in 'Khmer style’ zoals Sophorn het noemt. Geen kranen of sproeiers maar een grote kruik van een meter hoog en breed die ze vol water laten lopen. Er drijven een paar 'steelemmertjes’ in waarmee je water uit de kruik schept en over je leeg kiept. Het is in principe 'koud’ water maar in de praktijk is dat tussen de 20 en 25 graden, is mijn schatting. De meest temperatuur gevoelige lichaamsdelen geven bij mij in ieder geval 'geen krimp’ ;-). Ik heb een foto geupload waarin een monnik demonstreert hoe dat gaat. Ik heb natuurlijk van tevoren wel toestemming voor de foto gevraagd. Het is allemaal ff wennen maar dan werkt het prima.
Enige minpuntje van mijn guesthouse op dat 'moment', is dat er vlakbij een Khmer bruiloft gevierd wordt: dat betekent 3 dagen feest met muziek op festival level: hard dus. En dat begint 's morgens/'s nachts om ~4 uur tot zeker 12 uur 's nachts. Tot hoelang weet ik niet precies omdat ik uiteindelijk toch wel in slaap val. Later zal die muziek nog een voordeel blijken te hebben voor mij. Normaliter is het guesthouse een oase van rust. Het guesthouse is pas sinds een maand geopend.
Als ik arriveer is alleen Sophorn en een vriend van hem in het guesthouse. Na mijn 'middagdutje’ in de hangmat eet ik wat. Op de menukaart staan alleen lokale gerechten maar de 'Amok’ smaakt prima. Sophorn is een alleskunner: tuk-tuk chauffeur, kok en hij blijkt het guesthouse zelf ontworpen en gebouwd te hebben, inclusief de bamboe meubels. En als ik met hem in gesprek raak over het guesthouse, hij spreekt uitstekend Engels, wordt duidelijk dat hij doordacht te werk is gegaan. Over de keuze voor fundering (steen), soort bamboe en palmboom hout heeft hij zich goed geinformeerd en sommige zaken uitbesteed.
Zijn vrouw en 2 dochters zijn een dagje weg om te vieren dat zijn oudste dochter geslaagd is voor de high-school en nu naar de universiteit gaat. Rond half negen komen ze thuis en gaat de BBQ aan. Ik 'moet’ aanschuiven en mee eten van de kikkers en een snoekachtige vis die de buren in de rijstvelden gevangen hebben. Van de kikkers heb ik de pootjes al wel eens gehad en die smaken prima, lijkt wat op kip. Maar deze keer krijg ik hem helemaal ‘compleet’ op het bord. De 'body’ smaakt niet vies maar de “structuur” maakt het niet echt aangenaam. Afgewisseld met de heerlijke vis en de nodige blikjes bier, weet ik hem weg te krijgen. Ik voel me zo wel deel van de familie en ondanks dat er vooral in Khmer gesproken wordt, vind ik het wel heel gezellig. Zo kan ik me oefenen in het lezen van lichaamstaal wat me nog niet zo slecht afgaat, wat blijkt als er af en toe wat in het Engels vertaald wordt. Uiteindelijk kruip ik in mijn 'hemelbed’.

Maandag 6 november: Tot ze om 4 uur de muziek aanzetten op de bruiloft, heb ik prima geslapen, daarna wordt het 'onrustiger’. Uiteindelijk sta ik op, neem een “Khmer douche” en geniet van een prima Frans/Europees ontbijt: koffie met toast met spiegelei en een kleine fruitsalade.
Ook hier mag ik een fiets gebruiken en dus doe ik dat om de stad te verkennen, da’s een tochtje van 10 km. Battambang is de 2de stad van Cambodja. Maar dat is op grote afstand. Phnom Penh is een uitgestrekte stad met miljoenen inwoners terwijl Battambang vandaag de dag het half miljoen niet haalt. Er is ook geen flat te bekennen in de stad. Ook door deze stad stroomt een rivier, de Sangker rivier. Via die rivier ben ik Battambang binnen gekomen. Het is niet de meest spectaculaire stad maar er heerst een relaxed sfeertje. Op mijn navigatie app zie ik dat er een krokodillenboerderij is. Ik besluit daar langs te gaan en op dat moment is er een groepje Nederlanders. We krijgen gezamenlijk een rondleiding en wat 'demonstraties’. Er liggen in diverse 'bakken’ tientallen krokodillen die daar gefokt worden voor hun huid. Volgens de man die de rondleiding geeft, is het vlees ook erg lekker. We mogen een kleintje van enkele dagen oud, vasthouden en onze gastheer stopt er eentje in zijn borstzak: da’s nog eens een echte “Lacoste” polo :-D.
De grotere krokodillen liggen lui langs en over elkaar heen, zie de foto's. Onze gastheer gebruikt diverse attributen om wat leven in de brouwerij te brengen. Zie ook het filmpje daarvan. Nadat ik een krokodillentand heb gekregen, ga ik weer verder. Ik fiets wat rond door de stad en koop nog een gegrilde banaan met rijst in bananenblad. Die had Kim Lay mij eentje laten proeven bij aankomst in Phnom Penh met de opmerking dat dat een goede Cambodjaanse powersnack is en daar heb ik nu wel ff behoefte aan. Ik eet hem op, op het terrein van een klooster waar altijd een rustige sfeer hangt. Al gauw komt er een jongen op mij af die een praatje begint. Hij moet daar wachten op een leraar die hem de Thaise taal leert. Hij ziet dit, terecht, als een buitenkansje om ook zijn Engels bij te spijkeren. Daar heb ik geen probleem mee en het is net zo gezellig. Even later komt er nog een studiegenoot bij tot ze zien dat de leraar er is. Ondertussen zie ik enkele monniken 'emmer douchen’ wat ik op mijn guesthouse dus ook moet. Ik vraag, in gebarentaal, of ik er een foto van mag maken en dat is OK. Die heb ik geupload. Dan kunnen jullie zien hoe dat in zijn werk gaat.
's Middags zie ik een overdekt terras op de eerste verdieping midden in het centrum van de stad. Dat kan ik niet voorbij laten gaan en ik neem daar een bakkie koffie. Ik bezoek daarna nog enkele pagodes waar ik wederom aangesproken wordt door enkele monniken die daar zitten. Ze leggen mij uit dat ze mij niet terug mogen groeten zoals ik hen begroet: de handen tegen elkaar voor de borst en dan een knikje met het hoofd. Zij zijn van een 'andere orde'. Mooi, dan is dat ook weer duidelijk.
Omdat er in mijn guesthouse vrijwel alleen gerechten uit de Khmer keuken op de kaart staan, die overigens voortreffelijk smaken, besluit ik om te kijken naar een restaurant waar ze ook westerse gerechten op de menukaart hebben. Ik houd wel van wat variatie. Ik word op mijn wenken bediend want direct zie ik een restaurant genaamd “La Pizza”. Het restaurant maar vooral het terras ziet er bijzonder sfeervol ingericht uit. Ik ben verkocht. Het blijkt ook nog happy hour te zijn waardoor de wijn maar $2 ipv $3.50 kost. Ja, wijn drinken is hier, in verhouding, nogal duur. De pizza is voortreffelijk net als de wijn en als de Franse eigenaar een praatje komt maken, in het Engels, denk ik direct dat ik dan de Crème Brulee ook wel wil proberen. En jawel hoor, die is hoe die hoort te zijn. Het is niet het goedkoopste adres maar wel erg lekker.
Ondertussen is het wel donker geworden en mijn fiets heeft geen verlichting. Nou ben ik niet de enige zonder licht en in de stad gaat het nog wel maar mijn guesthouse ligt daar ~10 km noordelijk van. Als ik net onderweg ben, wordt ik gebeld door Sophorn met de vraag of alles in orde is of dat hij me moet komen ophalen. Ik zeg dat alles prima is en dat ik net op weg terug ben naar het guesthouse. Ik denk op eigen kracht mijn weg terug wel te vinden. En inderdaad met hulp van mijn (offline) navigatie app (Maps.me) vind ik een weg terug maar dat is wel een andere dan de heenweg. Deze weg is nogal donker en kronkelt veel meer doordat die langs een riviertje ligt. Ik ben nog het meest bang dat ik in een diep gat in de weg fiets en dan stukken aan mijn fiets krijg. Dat mijzelf iets zou kunnen overkomen, komt niet in me op. De kwaliteit van de weg valt mee en als er even later een brommertje niet al te hard voorbij komt, besluit ik 'aan te pikken’ en het spoor van het brommertje te volgen die wel licht heeft. Dat brengt me snel tot in de buurt van mijn guesthouse. Ik hoor dan de inmiddels ‘vertrouwde’ bruiloftsmuziek. Maar dan gaat het toch nog even anders dan bedoeld. Ik denk dat ik al bij het zandweggetje ben dat naar het guesthouse leidt. Ik sla daar dus af maar het blijkt toch een ander weggetje te zijn. Uiteindelijk kom ik wel weer op de verharde weg uit en ik sla dan linksaf. Maar dan hoor ik de bruiloftsmuziek zachter worden. Hmmm, dat klopt niet en inderdaad de app geeft ook aan dat ik de verkeerde kant op ga. Ik draai om en dan zie ik gauw genoeg het goede zandweggetje en kom ik heelhuids aan bij het guesthouse. Dan is die bruiloftsmuziek mij toch nog goed van pas gekomen. Na aankomst begin ik wel flink te zweten dus dat wordt weer aangevuld met een biertje en afgespoeld met een 'Khmer douche’.

Dinsdag 7 november: 's Ochtends zie ik dat er ook nog 2 Franse dames overnacht hebben maar die staan op het punt om weer te vertrekken. Het is me niet duidelijk of dit een geplande 'one-night-stop’ is of dat ze zich bedacht hebben toen ze de bruiloftsmuziek hoorden. Afgaande op wat opmerkingen die ze maken, houd ik het op het laatste, ook omdat de ligging van het guesthouse niet echt geschikt is voor dergelijke korte stops. Na het ontbijt stap ik bij Ratiana, de 18-jarige dochter van Sophorn, achter op de motor om de omgeving van Battambang te verkennen. De omgeving van Battambang is erg mooi en er zijn wel enkele leuke en/of interessante dingen te zien maar die liggen te ver weg voor de fiets. Ik had aan Sophorn gevraagd of ik ergens een brommer/motor kon huren om er zelf op uit te gaan. Dat vond hij niet zo’n goed idee gegeven de onorthodoxe rijstijl van de Cambodjanen. Ikzelf had daar wel vertrouwen in, Battambang en omgeving is niet echt druk zeker als je het vergelijkt met Phnom Penh. Maar als hij dan met het voorstel komt om zijn dochter mij te laten rondrijden, vind ik dat prima. Zij weet de mooiste weggetjes en plekjes en zo kan zij ook een centje bij verdienen. Later moet ik dat uitstapje inderdaad bij haar afrekenen.
In het begin is het wel een beetje vreemd: ze is dan wel 18 maar het is een klein, frêle meisje. Als ze gezegd had dat ze 14 was, had ik het ook geloofd. In volume ben ik wel ongeveer twee keer zo groot als zij en ik zit dan achterop. Maar als ik merk dat zij dit wel kan 'handelen’, krijg ik er ook vertrouwen in, girl-power. We rijden stroomopwaarts langs de Sangker rivier waar ze me een leuke oude hangbrug, visserswoningen op palen en vooral mooie natuur laat zien. Ze stopt ook bij een “bat tree”: één boom die helemaal volhangt met vleermuizen, bijzonder. In de bomen in de buurt zijn er verder nauwelijks vleermuizen te zien. Ik heb een foto en een kort filmpje daarvan geupload.
Het is een prachtige omgeving met ook heel veel rijstvelden. Deze omgeving staat bekend als de rijstschuur van Cambodja.
In de morgen komen we aan bij de Prasat Banan tempel. Die ligt, zoals altijd, boven op een berg. Je moet een oude trap op van bijna 400 treden om er te komen. Onderweg wordt je verkoeling toegewaaid door kleine meisjes die daar net zo lang mee doorgaan tot je ze een fooi geeft. Als extraatje stopt één van de meisjes een mooi wit bloemetje in mijn broekzak, zonder dat ik dat direct in de gaten heb. Naderhand wijst ze me daarop. Het is geen onaardige tempel maar kan niet tippen aan wat Angkor te bieden heeft. Er heerst wel een lekker relaxed sfeertje dus ga ik er even bij zitten. Het uitzicht is wel mooi en bijzonder: Cambodja is grotendeels zo vlak als Nederland maar in die omgeving zie je daar her en der een bult uitsteken terwijl de rest op hetzelfde nivo ligt. Dat is bijzonder om te zien, althans voor mij. Die 'bulten' zijn de eerste uitlopers van het Cardamom Gebergte dat verder naar het zuiden ligt.
Ik ga weer naar beneden waar Ratiana gewacht heeft en we besluiten wat te drinken. Als ik in mijn 'dollar broekzak’ voel, zit er alleen nog een zakdoek in. Ik gebruik één broekzak voor dollars en de andere voor de Cambodjaanse Riel maar dat is 'klein geld’. Ik schrik me het apezuur en moet direct aan die meisjes boven denken die ongemerkt een bloemetje in mijn broekzak hadden gestoken. Zouden die het geld er uit gehaald hebben? Ratiana vraagt of het niet in mijn kontzak zit want ze dacht gezien te hebben dat ik de dollars samen met het entreebewijs daar in gestoken had. Ik controleer die zak en inderdaad daar zitten mijn dollars. Dat is een hele opluchting. Direct verdeel ik de dollars over meerdere broekzakken zoals ik meestal doe maar nu ff niet gedaan had. Ik had mijn bankpasjes niet bij en bovendien was er geen pinautomaat in de buurt. Hier gaat vrijwel alles met cash.
We rijden verder door de mooie omgeving naar een volgende berg waar ondermeer de 'Killing Caves’ zijn: grotten die ten tijde van de Rode Khmer gebruikt werden om mensen te martelen en te doden.
We eten daar beneden wat en nadat dat wat gezakt is, lopen we de berg op. We hadden ook met een motor of een 4-wiel aangedreven pick-up auto naar boven kunnen gaan. De motor van Ratiana is daar niet krachtig genoeg voor. Maar ik heb wel zin in wat beweging en de temperatuur is prima dus nemen we de benenwagen. We nemen de weg naar boven, je kunt ook met een trap naar boven. Onderweg krijg ik heel wat opmerkingen over mijn begeleidster van de jongens en mannen die met motors en auto's, toeristen naar boven en beneden brengen. Ook zij kunnen haar verschijning wel waarderen. Ratiana kan er mee lachen en dat geldt ook voor mij. Boven laat Ratiana mij een tafereel waar vreselijke martelingen uitgebeeld zijn en ze vraagt of ik weet wat daarmee bedoeld wordt. Ik dacht dat daar uitgebeeld werd hoe mensen ten tijde van de Rode Khmer gemarteld werden. Maar dat blijkt niet te kloppen: er is uitgebeeld wat voor mogelijke straf je te wachten staat in de Yama, de Boeddhistische hel, als je in dit leven bepaalde zonden begaat. Ik wist niet dat de boeddhisten ook in een hel 'geloven'. Het blijkt maar weer hoeveel overeenkomsten er zijn tussen de verschillende religies en levensovertuigingen over de wereld. Ik vind het in alle opzichten geen mooi tafereel.
We gaan verder naar het volgende macabere item: de ‘Killing Caves'. Het is op zich geen bijzondere grot maar er heerst wel een droefgeestige sfeer. Bovenin is een soort van altaar gemaakt en daar zit iemand kaarsen en wierook te stoken. Links van de trap staat een soort van kast van gaas waarin nog een schedel en wat botten te zien zijn, om je eraan te herinneren waar deze grot ooit voor gebruikt is. Ik daal wat verder af de grot in tot ik de zaklamp functie van mijn telefoon moet gebruiken om wat te zien. Op dat moment vliegen er een paar vleermuizen weg en vind ik het genoeg. Ik wil niet meer verstoren.
We lopen verder naar de top waar wat huisjes en een pagode staan. Het meest bijzondere is het uitzicht aldaar. Het wemelt er van de apen die vrij brutaal zijn. Je moet oppassen met eten want dat kunnen ze zo afpakken. Ik ben gewaarschuwd dat veel apen het rabiës virus (hondsdolheid) bij zich dragen dus ik houd afstand. Omdat er zoveel apen zijn en ze hier in Cambodja allerlei voor ons ongewone dieren eten, vraag ik aan Ratiana of ze ook ooit apenvlees eten. Ze kijkt me aan met een blik van; 'Hoe kom je daar bij?’. Ze zegt dus dat ze dat hier niet eten. Er zijn dus blijkbaar dieren die ze niet eten hoewel Joost later vertelt dat er plaatsen zijn in Cambodja waar ze wel apenvlees eten.
We gaan met de trap omlaag naar de plek waar we wat gegeten hebben en waar Ratiana haar motor geparkeerd heeft. We moeten nog zeker anderhalf uur wachten tot de “bat cave" leegstroomt: de 'flight of the bats’. Gauw genoeg na zonsondergang komen er miljoenen vleermuizen uit een grot aldaar die in een baan uitvliegen om op jacht te gaan. Boven de uitgestrekte rijstvelden moeten genoeg insecten voor ze te vinden zijn. De straat aldaar is er op ingericht om het schouwspel te kunnen zien. Allemaal terrasjes met de stoelen gericht naar de grot.
Ratiana gaat in een hangmat liggen en heeft alleen nog aandacht voor haar mobieltje, niet veel anders dan tieners (en ook volwassenen) bij ons. Ik raak in gesprek met een tuk-tuk chauffeur die op zijn klanten wacht die naar de top zijn. De meeste tuk-tuk chauffeurs weten dat het ze heel erg helpt als ze goed Engels spreken en grijpen elke gelegenheid aan om te ‘oefenen’. Da's slim want dat is de enige manier om het echt te leren. Voor mij is het behalve gezellig, ook informatief omdat de meeste tuk-tuk chauffeurs vrij open zijn en de cultuurverschillen begrijpen. Ik besluit om hem om advies te vragen voor mijn vervolg van mijn reis: ik had het idee om direct van Battambang naar de kust te reizen. Dat zou dan Koh Kong moeten worden wat vlak aan de grens met Thailand ligt. Hemelsbreed ligt dat niet zo ver van Battambang, 200-250 km. Volgens zowel Google maps als Maps.me zou er een weg zijn die daar naar toe gaat. Die gaat dan door het eerder genoemde Cardamom Gebergte wat grotendeels jungle gebied is. De tuk-tuk chauffeur vertelt dat het wellicht in het droge seizoen te doen is, maar nu zeker niet. De wegen zijn nu erg modderig met diepe kuilen vol water. Alleen een ervaren rijder met een echte off-road motor of jeeps in colonne met lieren ed maken nu een kans om er door te komen. Dat is toch net iets te avontuurlijk voor mij op dit moment, zonder goede voorbereiding. Later bevestigd Sophorn dit verhaal. Hij zegt dat er wel plannen zijn voor een goede weg maar die zijn er al lang. Het is hier een beetje als in Frankrijk: daar gaan heel veel snelwegen via Parijs en hier is dat Phnom Penh. Dus de snelste weg naar Koh Kong is via Phnom Penh. Dat is meer dan 2 keer zo ver.
Inmiddels is het kwart over vijf geworden en mijn gesprekspartner adviseert me om mijn 'stelling in te nemen’ om de “flight of de bats” te zien. Het is onvoorspelbaar hoe laat ze uit zullen vliegen, soms pas als het al donker is en dan hoor je ze alleen maar. Maar vandaag hebben we geluk want om tien voor zes, als er nog net voldoende licht is, komen ze ineens met honderden tegelijk uit een grot in de berg. Op de bijgevoegde foto moet je goed kijken en dan zie je een donkere streep/waas die via de kruin van de boom in het midden van links naar rechts gaat. Het is erg indrukwekkend om te zien en horen. Volgens Ratiana duurt het ongeveer een uur voordat alle vleermuizen uitgevlogen zijn en dat gaat in een vrij constant, indrukwekkend tempo. Als ik zeg dat het dan om miljoenen vleermuizen moet gaan, wordt dat door haar bevestigd.
In het donker rijden we weer terug naar het guesthouse. Ik eet en drink nog wat en dan heb ik geen internet meer. Het blijkt dat mijn datategoed over de houdbaarheidsdatum is. Dat kunnen we de volgende dag wel regelen. Ik zoek mijn hemels bed weer op.

Woensdag 8 november: Vandaag niet veel gepland, de was laten doen, datategoed regelen en voorbereiding treffen voor mijn vertrek uit Battambang. Omdat direct naar Koh Kong dus niet gaat besluit ik om terug naar Phnom Penh te gaan en daar 2 nachtjes te blijven om mijn 'vrijwilliger maatjes’ op te gaan zoeken. Het plan is om naar het guesthouse te gaan waar ik de eerste 4 weken gezeten heb en waar de vrijwilligers ook verblijven. Dat guesthouse voelt toch een beetje als mijn 'thuisbasis’ in Cambodja. Zo kan ik het 'nuttige' met het aangename verenigen.
In de ochtend ga ik nog naar de Wat Ek Phnom tempel die vlakbij het guesthouse ligt. Ook deze tempel is niet te vergelijken met de grote tempels van Angkor maar de flora bij deze tempel is wel mooi. Er staan wilde planten en bomen met mooie bloemen. Er staan ook “afrikaantjes” tussen die het blijkbaar ook in Azië goed doen ;-).
Daarna wilde ik nog een stuk van de weg fietsen die ik op maandagavond gefietst had, mijn terugtocht naar het guesthouse. Dat zou een mooie weg moeten zijn maar in het donker heb ik daar niet veel van gezien. Het begint echter te regenen en ik besluit om even te schuilen bij een eettentje bij de tempel. De vrouw in het tentje is druk bezig om slakken te bereiden op een BBQ. Het zijn grote slakken, de huizen zijn soms groter dan 5 cm. Ik besluit er ééntje te proberen. Hij is heerlijk gepeperd dus bestel ik er nog 3 meer. Een lekker tussendoortje voor minder dan $1. Ik heb in Frankrijk wel eens slakken gegeten, die waren ook wel lekker, maar die waren maar half zo groot en veel duurder.
Daarna stopt het met regenen en ik fiets alsnog een stuk van de weg langs een riviertje naar Battambang. Het is inderdaad een mooie weg. Tussen de weg en de rivier staan bomen met bananen (nog niet rijp), mango’s en kokosnoten. En op diverse plekken staan rieten hutjes van waaruit gevist wordt. Ik draai weer om, terug naar het guesthouse.
Achter op het terrein heeft Sophorn een mooie relaxruimte gebouwd van 2 verdiepingen. Op de eerste verdieping heb je een mooi uitzicht over de rijstvelden. De sfeer aldaar doet me aan yoga denken en aangezien het niet zo warm is, besluit ik om hier een practice te doen. Zo noem je dat als je yoga beoefend. Thuis beoefen ik yoga in de Asthanga vorm. Dat is een nogal fysieke vorm die heel inspannend kan zijn en bij mij dus ook is. Voor de insiders: na de staande serie ga ik over naar de laatste afsluitende houdingen en houd ik het voor gezien. Het is hier, zelfs met de huidige voor Cambodja milde temperaturen, toch wel ff andere koek dan thuis.
Inmiddels is er een nieuwe gast gearriveerd in het guesthouse, Ryan een Amerikaan uit Florida. Het blijkt een rustige aardige gast te zijn en we hebben een aangenaam gesprek. Hij is ook geïnteresseerd in wat ik in Battambang en Siem Reap gedaan heb. Na Battambang wil hij naar Siem Reap gaan. Hij lijkt al spijt te hebben dat hij maar 2 nachten bij Sophorn geboekt heeft. Ook hij is onder de indruk van het guesthouse. Verlengen van zijn verblijf is lastig omdat hij zijn trip met transfers al grotendeels vast heeft staan. We eten 's avonds gezamenlijk van wederom een fantastische maaltijd. Sophorn heeft Ratiana op pad gestuurd om datategoed voor mij te regelen dus ik kan weer 'online’.
's Avonds praten Ryan, ik en Sophorn over Sophorns leven en werk voor een stichting die zich inzet om het leven van arme kinderen, veelal wezen, te verbeteren door ze te helpen met scholing. Hij heeft die stichting zelf opgezet en ondersteunt momenteel meer dan 130 leerlingen. Ook geeft hij en andere vrijwilligers, de kinderen Engelse les. Op latere leeftijd heeft Sophorn zelf nog de opleiding op de universiteit afgerond. Hij zet zich in voor deze arme kinderen omdat hij zelf op heel jonge leeftijd zijn vader verloren heeft. Die was soldaat in het leger voordat de Rode Khmer de macht overnam. Sophorns moeder had hem nog gezegd om te vluchten naar Thailand maar hij wilde zijn gezin niet achter laten. Hij werd gearresteerd en afgevoerd. Sophorn en zijn moeder hebben nooit meer iets van hem gehoord. Sophorns moeder leeft ook nog en als ik dan vraag of dat ze geen geluk hebben gehad dat zij nog leven, antwoordt hij dat niet iedereen van de Rode Khmer zo barbaars handelde als in de musea wordt verteld. In het Tol Slueng museum in Phnom Penh wordt verteld dat vaak de gehele familie werd vermoord maar gelukkig was dat niet het geval bij Sophorns familie.
Door dit gebeuren is Sophorn in heel armoedige omstandigheden opgegroeid. Doordat hij buitenlandse sponsors heeft gehad, heeft hij naar school kunnen gaan en zo uiteindelijk toch nog een goed leven op kunnen bouwen. Die kans wil hij nu ook bieden aan arme kinderen bij hem in de omgeving.
Een Australische organisatie heeft een korte documentaire gemaakt over wat er in Cambodja gebeurt is ten tijde van de Rode Khmer en daarin komt Sophorn ook uitgebreid aan het woord.
Ik weet niet of die op YouTube staat maar op de Facebook pagina van zijn stichting, BOVA: Battambang Orphanage Village' Assistance, heeft hij die video geupload. Mocht je geïnteresseerd zijn, dan zou je hem daar moeten kunnen vinden.
Het is een mooie afsluiting van een werkelijk fantastisch verblijf in de omgeving van Battambang.

Donderdag 9 november: Na het ontbijt zet Sophorn me in Battambang af bij het kantoor van de busmaatschappij die mij naar Phnom Penh gaat brengen. Ryan gaat ook mee in de tuk-tuk want hij wil zijn busreis van de volgende dag verzetten van de ochtend naar de middag zodat hij iets meer tijd in Battambang heeft.
De busreis verloopt soepel, ik waag me onderweg aan 'streetfood’ en dat blijft gelukkig zonder 'lastige’ gevolgen.
Onderweg bel ik het guesthouse in Phnom Penh of er een kamer beschikbaar is voor 2 nachten en die is er. In de bus wordt me ook “duidelijk” dat mijn volgende bestemming toch Koh Kong wordt. De weg er naar toe langs de kust en langs de jungle, schijnt al fraai te zijn en wellicht kan ik vanuit Koh Kong een jungle trekking doen. Er ligt ook een mooi eiland, Koh Kong Island, maar daar wordt alleen in het droge seizoen naar toe gevaren. Dat zal nu nog niet het geval zijn, denk ik, maar wie weet.
Tegen vijf uur in de middag arriveer ik bij het guesthouse. Ik herken Julia en Joost direct op het terras en er zitten nog enkele voor mij onbekenden bij. De ontvangst is hartelijk en we 'vieren mijn terugkomst in het vertrouwde nest’ met een biertje.
Een van de onbekenden is Caroline, ook een Nederlandse vrijwilligster die er net 1 week is. De andere onbekenden zijn Som, een vrouw die in het verleden vrijwilligers begeleidde zoals Kim Lay dat nu doet, en nog een lerares van SBB1. Diede blijkt die ochtend naar Kampot vertrokken te zijn. Vandaag is (alweer) een feestdag, Independance day, waardoor er geen school is. Morgen heeft Diede een dagje vrij genomen waardoor ze een extra lang weekend naar Kampot kon gaan.
Even later verhuizen we naar de straat voor een ‘tuk-tuk party’. Ook de tuk-tuk chauffeurs herkennen me nog, ook met een baardje van een kleine week. (Ik heb me in Battambang niet geschoren.)
Met Joost, Julia en Caroline ga ik later naar de ‘riverside’ om wat te gaan eten. Geïnspireerd door berichtjes op de app met het thuisfront, bestel ik Chili con carne. Dat wordt een teleurstelling. Hij kan absoluut niet tippen aan de Chili zoals we die thuis maken. Maar goed de maag is weer gevuld.
Ook met Caroline klikt het goed. Ze is dan wel veel jonger dan ik, een dertiger, er zijn de nodige parallellen in onze levens. Het is een leuke avond in een prima gezelschap die ik met Julia en Caroline nog 'afpils’ bij het guesthouse. Joost vertrekt de volgende ochtend naar Koh Kong (!) en gaat naar zijn kamer.

Vrijdag 10 november: Ik slaap uit, althans als je het afzet tegen mijn Cambodjaans levensritme: half negen. De jongen van het guesthouse vraagt waar mijn volgende trip naar toe gaat. Ik zeg dat dat Koh Kong wordt en vraag direct of hij de bus er naar toe kan regelen. Na het ontbijt ga ik op zoek naar een guesthouse in de omgeving van Koh Kong. De tuk-tuk chauffeur die ik bij de ‘bat cave’ gesproken heb, adviseerde mij een resort een stukje buiten Koh Kong bij de Tatai rivier. Ik kijk er even naar en het blijkt een aanbieding te hebben: 3 nachten voor nog geen $600 ipv meer dan $800. Daar heb je dan wel ontbijt bij ;-). Nou zoveel wil ik niet uitgeven voor mijn verblijf daar. Als ik verder zoek, blijkt dat er best veel resorts in die prijscategorie (en hoger), zijn in de omgeving van Koh Kong. Het gaat tot meer dan $500 per nacht… Ik besluit mijn reisgids erbij te pakken en daar zie ik er wel een paar die me aanspreken en wat 'normaler’ geprijsd zijn. De eerste 2 die ik bel, zitten vol maar de 3de heeft plek. OK, dat is dan ook weer geregeld. Ik app mijn zus nog die vandaag jarig is en later bel ik haar nog. Ze blijkt een lang weekend in Berlijn te vieren met vriendinnen. Nogmaals van harte gefeliciteerd, zus. Daarna ga ik nog ff een paar boodschappen doen en daarna aan de slag met het scheermes. 's Avonds ga ik met Julia en Caroline in eerste instantie naar een restaurant in de buurt met 3 verdiepingen. De overloop wordt iedere verdieping lager en op een gegeven moment kunnen we niet meer rechtop staan. Aangekomen op bovenste verdieping serveren ze daar alleen van die gerechten die je in een soort bouillon klaar maakt. Ik heb het wel eens gezien maar we hebben er geen van drieën ervaring mee dus vertrekken we naar “Asian Spice”, een restaurant wat ook niet ver van het guesthouse ligt en een favoriet is van veel vrijwilligers en ook van mij. Ik neem daar een kipsaté die Caroline kon aanbevelen en die was inderdaad prima. Daarna gaan we terug naar het guesthouse waar we nog wat drinken. Met de ervaring van mijn vorige vertrek uit dit guesthouse nog in het achterhoofd, vraag ik of ik nu alvast kan afrekenen. 's Ochtends vroeg staan niet de meest ervaren jongens bij de receptie. Ik bestel ook een mee-neem-ontbijt voor in de bus. Dat duurt toch ook nog even en ik was het al weer vergeten tot er op de deur van mijn kamer geklopt wordt. De jongen heeft de rekening en het buskaartje en vertelt er meteen bij dat deze busmaatschappij geen pick-up service heeft maar dat ik er zelf naar toe moet. Hij adviseert om een tuk-tuk te nemen. Wel handig om te weten. Gelukkig is de plek waar ik moet zijn niet al te ver van het guesthouse. Ik pak mijn spullen in zodat ik 's morgens snel kan vertrekken, op naar Koh Kong!

Foto’s

5 Reacties

  1. Jolanda:
    11 november 2017
    He Jan ik ben er weer extra voor gaan zitten om het te lezen.Fijn dat je een mooie reis hebt.zo te lezen vriendelijke mensen en mooie omgevingen veel reis plezier grtjes van Jolanda
  2. Wim en Will:
    12 november 2017
    Ha Jan,
    Wat een mooi verhaal weer. We gaan er voor zitten met 'n kopje koffie/thee erbij.
    Wat zie je veel leuke en interessante dingen. Wat een geweldige reis. We denken dat je als je thuis komt je blog eens moet lezen want met alles wat je hebt meegemaakt vergeet je geheid wat. Geniet er nog van en wij genieten mee.
    Heel veel groetjes Wim en Will
  3. Pieter:
    12 november 2017
    Ik heb het filmpje "BOVA: Battambang Orphanage Village' Assistance" op Facebook gezien en met respect in me opgenomen. Niet wetende wat zich daar allemaal heeft afgespeeld moet een verblijf in dat land wel heel veel indruk achterlaten......
  4. Door:
    13 november 2017
    Weer een geweldig mooi verhaal. Ik herken de manier van douchen.... zo gaat dat bij de "gewone" Indonesiër ook. En dan ongeveer 3 keer per dag... Mooi, mooi, mooi..... Het was weer genieten..
    Dikke knuffel
  5. Anja:
    13 november 2017
    Weer een mooi verhaal en fantastische foto's. Zo genieten wij een beetje met je mee.
    Groetjes,