Koh Kong

17 november 2017 - Koh Kong, Cambodja

Zaterdag 11 november: Ik wordt al voor de wekker gaat (6:15 uur) wakker en voel me uitgeslapen dus sta ik om 5:30 uur op, ik blijf mezelf verbazen met dit voor mij ongewone levensritme. Het is nu rustig op het WiFi netwerk dus kan ik mooi nog wat foto's uploaden. Tegen 7 ga ik naar het restaurant/receptie maar mijn ontbijt is er niet en er is ook nog niemand om het te bereiden. Het verbaast mij niet, ik ben blij dat ik wel al alles afgerekend heb. Om mijn bus te halen moet ik nu vertrekken dus laat ik het voor wat het is. Ik heb nog een “noodrantsoen” in mijn rugzak en als het nodig is, kan ik in de stad of onderweg wel iets kopen. Later hoor ik van Julia dat Sovann, de jongen waar ik het 's avonds mee geregeld had, zich wel bezwaard voelde dat ik zonder ontbijt vertrokken was.
De tuk-tuk zet mij bij de bus af en die vertrekt voor Aziatische begrippen op schema: 10 minuten later. Het is zaterdagochtend dus het verkeer in Phnom Penh valt mee en ik heb een rustige busrit naar Koh Kong. De zee zie je onderweg nauwelijks maar op het laatste stuk naar Koh Kong wordt het bergachtig en prachtig groen. Af en toe steken we een rivier over, zo mooi dat ik vergeet foto's te maken. Ik heb nog een kans op de weg terug ;-). Een half uurtje voor we arriveren bel ik het guesthouse op en de jongeman zegt dat ik nog een keer moet bellen als ik er ben. Dan komt hij me ophalen. Om half 2 arriveer ik op het busstation van Koh Kong wat buiten het centrum ligt. Zoals gewoonlijk worden we bestormd door tuk-tuk chauffeurs en moto-dops (motor taxi’s) en omdat ik zo ongeveer de enige westerling ben, concentreert hun aandacht zich op mij. Ik wimpel ze af maar ze blijven als wespen rond een pot jam om mij hangen. Onverstoorbaar bel ik mijn guesthouse op en de jongeman informeert of ik denk dat alles op een motor mee kan. Als ik dat bevestig, zegt hij dat hij er over ongeveer 10 minuten zal zijn. Ik ga zitten en enkele tuk-tuk chauffeurs blijven het proberen om mij over te halen van hun diensten gebruik te maken. Gelukkig komt er een volgende bus aan met meer westerlingen. Allemaal storten ze zich nu op hun nieuwe 'prooi’ en laten ze mij met rust. Gauw genoeg arriveert mijn 'moto-dop' en tevens uitbater van het guesthouse. Het busstation en de directe omgeving maakte al een desolate indruk op mij, alsof het ooit betere tijden heeft gekend, en dat geldt ook voor het guesthouse. Het doet me in eerste instantie denken aan zo’n verlopen Amerikaans motel in 'the middle of nowhere’. Het ligt ook op de westoever van de rivier terwijl Koh Kong ‘city’ zich op de oostoever bevindt. Het is een ritje van ~4 km en het laatste stuk is een gravelweggetje wat in niet al te beste conditie is door de hevige regenval de afgelopen dagen. Mijn eerste indruk van het guesthouse blijkt er ook niet ver naast te zitten. De jongeman die mij ophaalde en het guesthouse ook runt, ik mag hem Set noemen, vertelt dat hij het guesthouse 3 maanden geleden heropend heeft nadat het 2 of 3 jaar gesloten is geweest.
Gelukkig ziet mijn kamer met toilet en douche er prima uit, niks mis mee. De airconditioning ziet er gloednieuw uit. Behalve Set is zijn vrouw en dochtertje van 3-4 jaar oud aanwezig en 2 honden. Het lijkt er wederom op dat ik de enige gast ben, maar dat vind ik prima.
Het restaurant die tevens dienst doet als receptie, is op palen gebouwd in de rivier. Er is een betonnen bruggetje naar de oever waar het gebouw met de kamers staat. Er staan nog diverse rieten hutjes, ook op palen in de rivier die met soortgelijke bruggetjes met elkaar en het restaurant verbonden zijn. Zie ook de foto's. Van sommige hutjes heeft het rieten dak onderhoud nodig maar het ziet er toch wel gezellig uit. In één van die hutjes zie ik hangmatten hangen en ik besluit daar ff gebruik van te maken. De hangmat ziet er ook nieuw uit.
Ondertussen heb ik een berichtje van Joost gehad die ook in Koh Kong is. Hij ‘moest’ ff Cambodja uit voor een nieuw visum. Een half uurtje naar Thailand via Koh Kong is dan de goedkoopste optie. We spreken af om samen wat te gaan eten in Koh Kong 'city’. Ik overleg met Set hoe ik naar Koh Kong en terug kan gaan. Hij vraagt of ik ervaring heb met motorrijden en ik zeg dat ik dat thuis wel eens gedaan heb. Ik zeg er niet bij dat dat bijna 40 jaar geleden is en dat het toen om een 50cc motor ging terwijl hij een 125cc motor heeft. Voor $5 mag ik zijn motor wel lenen. Ik heb de indruk dat zijn vrouw het een minder goed idee vindt, maar Set ziet geen problemen. Het is een halfautomaat met wat eigenaardigheden dus besluiten we om ff een proefritje op het terrein te doen. Dat gaat prima. Ik had om 6 uur afgesproken met Joost dus ik had nog wat tijd over. Ik ga terug naar 'mijn’ hangmat om de blog over Battambang af te maken. Heel soepel gaat dat niet want Sets dochter wil dat ik met haar en de honden ga spelen. Één van de honden gaat er met een slipper van mij vandoor maar het dochtertje lost dat weer op. Ik moet zonnepitten eten en met ballonnen spelen. Uiteindelijk lukt het me enigszins om zowel haar tevreden te stellen als mijn blog te posten.
Net als meerdere vrouwen in mijn thuisomgeving, heeft zij prima in de gaten dat ze niet mijn volledige aandacht heeft en ook zij neemt daar geen genoegen mee ;-). Met mannen heb ik dat niet zo: of die laten dat niet zo duidelijk merken, of die vinden dat wel OK….
Ondertussen begint het al te schemeren. Hoogste tijd om te vertrekken. Ik wilde nog voor het helemaal donker wordt, bij Paddy's Bamboo guesthouse, waar Joost verblijft, zijn. Dat gaat dus niet lukken. Ik kan gelukkig nog wel met wat daglicht over het gravelweggetje naar de verharde weg rijden. Ik had Paddy's guesthouse op Maps.me opgezocht en rijd zonder problemen naar die plek. Echter het guesthouse is niet meer op die plek. Een man legt me uit dat het verhuisd is naar een andere locatie. Hij wijst me op de app waar het nu is. Ik rijd het in eerste instantie voorbij maar daarna zie ik tussen de bomen een naambordje. Joost komt direct naar me toe en is enigszins verrast om mij op de motor te zien.
We lopen naar het centrum om wat te eten. Joost heeft geen interesse in de kaart maar loopt naar een vitrine waarin eten uitgestald staat. We bestellen rijst met groente en een bord vol met vlees en vis. Het smaakt prima en uiteindelijk moeten we voor ons tweeën $3 betalen, da’s een nieuw “dieptepunt” :-). We besluiten om er dan maar $1 fooi bij te doen en verkassen naar “Betty’s bar” die we onderweg gezien hebben. Het is een bar van aan elkaar gelaste zeecontainers. We lopen naar binnen waar het goed gevuld is met voornamelijk Cambodjanen. We zijn beiden onaangenaam verrast door de temperatuur: de airco staat vol aan en we hebben het gevoel of we een koelkast in lopen. We hadden gezien dat er ook een buitenterras op de eerste verdieping (!) is. Daar drinken we wat en praten over van alles. Joost heeft in zijn leven ook al heel wat meegemaakt, zijn vader is toen Joost nog jong was overleden. Momenteel heeft hij het prima naar zijn zin in Cambodja en verdient wat met web-design en -onderhoud en wat grafisch ontwerp werk. Daarnaast is hij ook een fanatiek gamer waar hij soms wat mee verdient door accounts te verkopen. Ik maak het niet al te laat, ik had tegen Set gezegd dat ik verwachtte tussen 9 en 10 uur terug te zijn. De rit terug gaat soepel, ook de gravelweg in het donker, en iets voor 10 geef ik Set de sleutel van zijn motor terug. Ik ga naar mijn kamer om me voor te bereiden op het uitstapje van morgen: Koh Kong Island! YESSSSS.

Zondag 12 november: Om 6:20 uur gaat mijn wekker maar dan ben ik al wakker. Douchen en eerst insmeren tegen de zon, daarna tegen de muggen hoewel ik daar tot nu toe niet veel last van heb gehad, ook niet in Battambang. (Vleermuizen daar zijn goed bezig ;-).)
Set verrast me met een uitstekend ontbijt: noodle soep met verse groenten en heeeel veeeeeel garnalen, jammie.
Om iets over 7 brengt Set me naar het dorp waar mijn trip naar Koh Kong Island begint, bij Ritthy’s Eco Adventure tours. De man aldaar, waarschijnlijk is dat Ritthy, regelt bijna alles in Koh Kong. Hij runt een guesthouse met restaurant, regelt transfers naar andere plaatsen in Cambodja en je kan bij hem allerlei excursies en uitstapjes regelen. Oh ja, en hij verhuurt fietsen en motors.
In eerste instantie had ik me aangemeld voor een dagtrip naar de jungle maar die ging die dag niet door. Er was wel een dagtrip naar Koh Kong Island. Nou die stond ook nog op mijn “verlanglijstje”, om even het Sinterklaas gevoel aan te halen.
Om half acht vertrekt de boot met naast mij nog 6 andere gasten: 2 Belgische stellen (Duits- en Franstalig) uit de buurt van Luik en 2 jongemannen uit Engeland.
De boottocht duurt 2 en een half uur en is verder niet zo spectaculair. Het laatste half uur varen we langs Koh Kong Island af. Het is heel erg groen, niet zo verwonderlijk aan het eind van het regenseizoen, en af toe denk ik een strandje te zien. Onze bestemming is een strand halverwege het eiland aan de westkust. Koh Kong is van oost naar west 5-6 km breed en van noord naar zuid ongeveer 20 km lang. Het is het grootste eiland van Cambodja. Er schijnen een paar vissersdorpjes en enkele vakantie resorts te zijn en dan heb je het gehad.
Als we op het strand aankomen, is er niemand anders te bekennen. Maar aangezien deze trip vaker gemaakt wordt, in het hoogseizoen dagelijks, staan er provisorische zitjes en her en der ligt wat afval. Er staat ook een BBQ waarop onze lunch bereidt gaat worden. Dat doet allemaal een beetje afbreuk aan het Robinson Crusoë gevoel maar het blijft een leuke, rustige plek. De mannen hebben ook een krat met snorkelspullen meegenomen die we mogen gebruiken, helaas zitten er geen flippers bij maar dat mag de pret niet drukken. De mannen wijzen ons de plekjes bij de rotsen waar vis zou moeten zitten. Net als het Duitstalige Belgische stelletje, Jacob en Sarah, ga ik naar de verder weg gelegen grotere rotspartij. Ik heb geen noemenswaardige snorkelervaring maar de volgende 2 uur ben ik het water niet uit te krijgen. De rotsen met hun begroeiing en hier en daar wat kleine stukjes koraal kunnen me niet zo boeien maar de vissen des te meer. Ik krijg er steeds meer handigheid in om plekjes te vinden waar de meest bijzondere visjes te zien zijn. Als ik aankom schieten ze allemaal weg maar als ik dan stil in het water blijf liggen komen ze weer tevoorschijn. Ze hebben de meest fantastische kleuren en patronen, behalve roodachtige vissen, die heb ik niet gezien. Het is net of ik in een tropisch aquarium zwem. In feite is dat het ook alleen een beetje groot. Met lichte tegenzin zwem ik terug om te gaan eten. Dat is nog een behoorlijke zwemtocht, ik had niet in de gaten hoe ver weg ik 'gesnorkeld’ was. De BBQ is prima, een grote vis, groenten met rijst en het nodige fruit. Als blijkt dat we daarna nog tijd hebben voor we terug gaan, pak ik mijn snorkelspullen weer en ga “visjes kijken” bij de kleinere rotspartij dichtbij. Ik zie nog enkele exemplaren die ik nog niet eerder gezien had. Daarna gaan we met de boot weer richting Koh Kong 'city'. De lucht is dicht getrokken en er zit ook meer deining in de zee. De boot, waar we mee varen, is absoluut niet zeewaardig maar de mannen van de boot lachen nog dus heb ik er ook vertrouwen in. Hemelsbreed zitten we ook nooit ver uit de kust die ten alle tijden zichtbaar blijft. Uiteindelijk valt er even een fikse regenbui en daarna klaart het weer op. Na een kleine 2 uur varen we tussen echte mangrove bossen. Die in Tonle Sap noemen ze ook mangrove bossen maar dat zijn bomen die het overleven als ze de helft van het jaar tot aan hun kruin in het zoete water staan. Echte mangrove bomen zijn bomen die altijd met hun wortels in zout of brak water staan. We leggen aan bij een steiger waar een gebouwtje op palen staat. Daar is een wandelpad van betonnen bruggetjes gemaakt zodat je tussen de mangrove bomen kunt lopen. Dat kost wel 5000 Riel entree ($1.25) die niet bij de trip was inbegrepen maar dat was me tevoren verteld. Iedereen van onze boot gaat deze wandeling doen. Sowieso een welkome afwisseling na al die uren in de boot.
Daarna vervolgen we onze weg per boot naar Koh Kong ‘city’. Als we daar aankomen vertelt Ritthy dat er morgen wel een jungle trekking op het programma staat. Ik meld me daar direct voor aan. Ritthy vraagt ook of hij Set, de eigenaar van mijn guesthouse moet bellen om me op te halen. Ik twijfel even maar omdat ik me helemaal plakkerig voel van het zeewater en wel moe ben, vind ik dat wel een goed idee.
Set haalt me op bij Ritthy’s en ik ruim mijn spullen op en neem een douche. Daarna voel ik me een stuk beter en bestel krab bij het restaurant bij mijn guesthouse. Ik heb nog nooit verse krab gegeten dus Set vertelt me hoe je de poten moet kraken, de 'body’ is al open. Het smaakt heerlijk maar het is wel bewerkelijk. Die poten kraken valt nog niet mee. Uiteindelijk ga ik met een goed gevulde maag naar mijn kamer. Ik voel dat, ondanks het insmeren mijn rug lichtelijk verbrand is. Een blik in de spiegel bevestigt dat. Ja, niet zo verwonderlijk als je uren op je buik naar vissen hebt liggen kijken. Ik heb het er graag voor over gehad.

Maandag 13 november: Het heeft vannacht flink geregend en ook in de ochtend regent het af en toe nog heftig. Ik verzamel mijn spullen voor de jungle trekking die vandaag gepland staat. Na het ontbijt, als Set me weg wil brengen, regent het even heftig dus wachten we even tot het wat minder wordt. Set heeft Ritthy geïnformeerd en die vindt het prima. Als het weer droog is, vertrekken we maar halverwege worden ‘de hemelsluizen’ toch nog even vol open gezet. Ik doe mijn regenjasje aan en stop mijn rugzakje in een plastic tas. Set vraagt of zijn mobiel en aansteker daar ook even bij mogen, natuurlijk mag dat.
Als we bij Ritthy's aankomen vertelt hij me dat er 3 personen gepland stonden voor de tocht maar dat de andere 2 af willen haken ivm het slechte weer. Ik moet dan denken aan een populair gezegde in berggebieden: er is geen slecht weer, alleen slechte kleding. Maar goed, niet iedereen denkt daar zo over. Ritthy vertelt dat de gids die ons begeleid minimaal 2 personen in de groep wil hebben maar als ik bij betaal zou ik de trekking alleen kunnen doen. De andere 2 blijken Jacob en Sarah te zijn die er gisteren ook bij waren, bij de trip naar Koh Kong Island. Met name Sarah heeft een hekel aan regen. Op dat moment is het droog en de lucht klaart op in de richting waar wij naar toe gaan. Ook internet geeft aan dat het vanaf 9 uur tot in de middag droog zou moeten zijn. Jacob wil eigenlijk wel gaan en als ik hoor dat ze hier de volgende dag vertrekken, laat ik me ontvallen dat dit dan de laatste mogelijkheid is om nog echt wat van de jungle te zien. Dat lijkt het laatste beslissende zetje te zijn: ze gaan toch mee.
Eerst worden we met de tuk-tuk een stukje buiten het dorp gebracht naar een vaartje waar een bootje klaar ligt om ons een eind stroomopwaarts in de jungle te brengen. Eerst varen we door kleine vaartjes en een 'mini mangrove bos’ maar even later komen we op de grotere rivier. We varen anderhalf uur tot de rivier niet meer bevaarbaar is. Daar stappen we uit de boot en volgen een paadje bergopwaarts. Onze gids Tok, die ook de boot bestuurde, heeft een soort van machete bij zich om het pad wat beter begaanbaar te maken. We zien vooral spinnen en een krabje. Na drie kwartier pauzeren we even op een punt waar we vanaf de berg mooi uitzicht hebben richting Koh Kong city en de zee. Het heeft sinds ons vertrek niet meer geregend en de bewolking wordt steeds lichter. Het is een mooie tocht en als we het water van de rivier horen met een waterval zijn we bijna op de plek waar we wat langer zullen verblijven. Daar aangekomen is het tafereel prachtig: van een rotspartij vallen 2 watervallen een meter of 3 omlaag. Bij één van die 2 is daaronder een natuurlijk bassin wat uitnodigt om te zwemmen. Tok plukt eerst nog een bloedzuiger van Jacobs voet en Sarah zegt dat ze ook zoiets dergelijks uit haar knieholte geplukt had. Ze zijn allebei in een korte broek naar boven gelopen. Ik had bewust een lange broek met stevige wandelschoenen en sokken aan gedaan. Nadat dit opgelost is, kleden we ons uit, op de zwemkleding na natuurlijk en begeven ons voorzichtig naar het bassin. De natte rotsen zijn spekglad, wat me doet herinneren aan mijn uitstapje naar Kampot. De watertemperatuur is prima, ik denk ongeveer 25 graden. Waar het water hier naar beneden valt, is de ondergrond net te schuin om er te kunnen staan maar we vermaken ons prima. Als Jacob zegt dat hij wel bovenop de waterval wil kijken, gaan we op zoek naar een weg naar boven. Als Tok, onze gids, dat ziet, komt hij naar ons toe om die weg te wijzen. Boven zijn nog wat kleinere stroomversnellingen en ik voel me in een oude Tarzan film beland. Voor de insiders: die met Johnny Weissmuller in de hoofdrol. Het ziet er prachtig uit. Bij het teruglopen naar de plek waar onze spullen liggen, laat Tok ons nog een gifgroen slangetje zien wat op een trapje ligt waar we vanaf moeten. Uiteindelijk valt die naar beneden en zien we hem niet meer.
Dan is het tijd geworden om de meegebrachte lunch, rijst met kip en groenten, en fruit op te eten. Inmiddels is de zon gaan schijnen. Daarna beginnen we aan onze terugtocht via een ander pad. Eerst steken we de rivier over bij de watervallen en gaan langs de rivier naar beneden. Dat is opletten geblazen want de natte stenen zijn spekglad, ongeacht je schoeisel. Gelukkig gaan we daarna de jungle weer in waar het makkelijker loopt. Maar onze boot ligt aan de andere kant van de rivier dus moeten we de rivier weer oversteken. De plek waar we dat doen, nodigt weer uit voor zwemmen en Tok stelt dat ook voor. Zo kunnen we weer even afkoelen. Dit is niet zo’n hoge waterval maar wel een krachtige en het water valt in een natuurlijk bassin waardoor het wat weg heeft van een bubbelbad. Het is wederom genieten geblazen. Zowel ik als Jacob zwemmen tot vlakbij de waterval waardoor je even krachtig onder water geduwd wordt. Sarah vindt het maar niks. Als ik ze vertel dat je daar voorzichtig mee moet zijn, zegt Sarah tegen Jacob dat hij dat niet meer moet doen. Bij sommige watervallen kan de stroming zo zijn dat je niet makkelijk weer boven komt. Jacob is teleurgesteld omdat hij net van mij hoorde dat ik mijn hoofd in de waterval had gestoken en door de kracht van het water 'over de kop’ geduwd was. Dat had hij ook wel eens willen proberen. Ik geef toe, het is niet ongevaarlijk maar het was wel heel leuk. Tsja, als dat jongetje in mij even de regie neemt, doe je dat soort dingen :-). Bij het ogenschijnlijk ongevaarlijk naar de kant zwemmen stoot ik mijn voet aan een steen waardoor mijn grote teen eventjes bloedde. De teen ernaast is 's avonds bont en blauw. Verder heeft het (vooralsnog) geen vervelende konsekwenties. De lucht betrekt weer dus we kleden ons weer aan en lopen terug naar de boot. De boottocht terug verloopt rustig en het blijft droog. Als we aankomen bij de aanlegplek voor de boot, horen we ook de tuk-tuk aankomen die ons weer naar Ritthy's brengt. Bij Ritthy huur ik meteen een motor om de volgende dag op eigen gelegenheid de omgeving te kunnen verkennen. En aangezien ik ook al weet wat mijn volgende bestemming wordt, het eiland Koh Rong Sanloem, regel ik bij hem ook kaartjes voor de bus en boot er naar toe. Ik drink nog wat met Jacob en Sarah en later komt er nog een jong Belgisch stelletje bij. We kletsen over van alles en nog wat. Zij willen graag krab gaan eten en ik zeg dat ik gisteravond bij mijn guesthouse lekkere krab heb gegeten. Een oude Amerikaan die langs mij zit bevestigd dat ze daar lekkere krab gerechten hebben. Dus de 4 Belgen vertrekken even later. Ik heb wel weer zin in iets Westers dus ik bestel bij Ritthy's varkensschnitzel met friet. De schnitzel is van Oostenrijks formaat (groot) en smaakt ook prima. Ik rijd met mijn ‘nieuw verworven’ scooter terug naar mijn guesthouse. Het is een automaat en rijdt prima. Als ik bij mijn guesthouse arriveer, zeg ik nog even gedag bij de Belgische stelletjes die het zich laten smaken. Ik ga naar mijn kamer om me te oriënteren op mijn volgende verblijfplaats. Even later klopt Set op de deur. Hij zegt dat het beter is om 'mijn’ scooter bij het restaurant te parkeren, daar staat hij veiliger. Ik geef hem de sleutel en hij parkeert de scooter bij het restaurant.
Ik ga verder met het zoeken van een guesthouse op Koh Rong Sanloem. Ik heb een voorkeur voor de westkust van het eiland Koh Rong Sanloem maar daar vind ik niet zo veel guesthouses. Ééntje zit vol voor de periode die ik geselecteerd heb en de andere heeft alleen nog 2 plaatsen op een zaal voor 8 personen. Aan de oostkant van het eiland zijn nog wel guesthouses met 1- of 2-persoons kamers. Ik laat het 'even op me inwerken’ en besluit dan dat het toch de slaapzaal wordt. Dan heb ik dat ook een keer meegemaakt maar het doorslaggevende is dat ik daar het beste gevoel bij heb. Indien nodig heb ik oordopjes bij :-). Morgen nog even langs de geldautomaat want op Koh Rong Sanloem is er geen en ook daar moet contant betaald worden. Met een gerust gevoel val ik in slaap.

Dinsdag 14 november: Ik wordt al iets na zessen wakker van één van de honden van Set die blijft blaffen. Als ik naar buiten kijk, zie ik een prachtige zonsopkomst boven de rivier met de hutjes van het guesthouse daarin. Ik pak mijn telefoon en loop naar buiten om een foto te maken. Dan wordt mij ook duidelijk waarom de hond bleef blaffen: er staat een man met statief en de nodige foto apparatuur om de zonsopkomst vast te leggen. Nadat ik de foto gemaakt heb, ga ik weer op bed liggen en slaap nog tot half 8. Dan sta ik op en ga op mijn gemak ontbijten en speel wat met het dochtertje. Ik loop al sinds gisteren met de gedachte dat ik een verjaardag vergeet maar het schiet me niet te binnen van wie. Mijn andere telefoon, met mail van het werk, lost dat op. Frank, een goede collega die ik al bijna 30 jaar ken, was gisteren jarig. Frank vanuit deze plaats alsnog van harte gefeliciteerd. Ik stuur hem ook maar een app-je want het kan nog wel ff duren voordat ik deze blog kan posten.
Daarna pak ik mijn spullen, helm en vertrek op de scooter naar het dorp. Eerst ga ik geld pinnen en daarna laat ik de scooter vol tanken want die stond op reserve. Vervolgens neem ik de weg naar het noorden, de bergen en jungle in. Bij de afslag van die weg staan 2 borden. Ééntje vertelt dat die weg na 33 km naar een Chinees 'Hydro dam’ project voert en ééntje dat die weg na 115 km naar een ecologisch guesthouse, Osoam, nabij een meer, voert. Dit is ook de weg die naar Battambang zou moeten leiden volgens de navigatie-apps en dat Osoam guesthouse ligt bijna halverwege. Ik heb niet de intentie om zover te gaan maar ik ben benieuwd naar de weg. Die is vooralsnog van beton, wisselend van breedte maar altijd breed genoeg voor een auto. De weg slingert door de heuvels en af en toe staat er een hutje langs de weg. Dan als ik ongeveer 20 km van Koh Kong ‘city’ verwijderd ben, slaat het 'noodlot’ toe. Mijn achterband is lek. Er is verder niks bijzonders aan te zien. Er komt een jongen op een motor aan en met gebaren vraag ik hem om te stoppen, wat hij ook doet. Met gebaren wijs ik hem op mijn probleem en vraag welke kant ik het beste op kan rijden voor hulp. Hij maakt mij met gebaren duidelijk dat ik het beste terug kan gaan. Dat doe ik dan ook maar. Zachtjes rijdend, begin ik aan de weg terug. Zolang als het vlak of bergaf gaat, gaat het prima. Echter als de weg omhoog gaat en de scooter kracht moet zetten om omhoog te gaan, slingert de achterkant van de motor van links naar rechts maar ik weet overeind te blijven. Ook bochten moet ik heel voorzichtig nemen. Na een paar km zie ik een wat groter huisje met een groot afdak. Als ik er voorbij rijd zie ik dat er nogal wat mensen zijn en ééntje daarvan is bezig een achterband van een motor te vervangen! Ik draai voorzichtig om en rijd er naar toe. Één van de jongens spreekt vrij goed Engels en zegt me om even te wachten. Da’s geen probleem, tijd heb ik genoeg. Er wordt een stoel voor mij gehaald waar ik op ‘moet’ gaan zitten. Onder het afdak staat ook een poolbiljart (!) waarop een groepje jongemannen een voor mij onbekende variant van poolbiljart aan het spelen zijn waarbij ook speelkaarten gebruikt worden. Dat is grappig om te zien: in 'the middle of nowhere’ staat onder een afdak een in redelijke staat verkerend poolbiljart waarop mensen aan het spelen zijn, toch wel bijzonder.
Even later komt er een wat oudere man aan. Het blijkt de vader van de Engels sprekende jongen te zijn. Hij kijkt ernaar en via de jongen, vertelt hij me dat hij geen ervaring heeft met dit type scooters. Als ik vraag of ze op zijn minst niet willen proberen om er weer lucht in te pompen, begint hij toch de achterband eraf te halen. Dan is het probleem snel duidelijk: het ventiel heeft losgelaten van de binnenband en er moet een nieuwe binnenband in. Die hebben ze niet voor mijn scooter. De jongen zegt dat als ik zachtjes rijd, ik wel terug kan rijden naar Koh Kong. Ik zeg dat voordat ik dat doe, ik eerst even wil bellen met Ritthy, van wie ik de scooter gehuurd heb. Dat wil de jongen wel voor mij doen. Ik geef hem het briefje van de verhuur waar alle benodigde informatie op staat. Even later geeft hij mij de telefoon en Ritthy vertelt me dat hij met een monteur naar mij toe komt om het ter plaatse te repareren. Dat vind ik prima. Ik word 'gepromoveerd’ van de stoel naar de hangmat :-). Ik koop een blikje drinken, er blijkt ook een klein winkeltje gehuisvest te zijn, en neem het ervan in de hangmat. Na ongeveer drie kwartier arriveert Ritthy met een jongen die ook een buitenband om zich heeft hangen. De jongen gaat direct aan de slag en na 20 minuten is mijn scooter gerepareerd, de buitenband vervangen blijkt niet nodig. Inmiddels is het wel hard gaan regenen. Ritthy vraagt of ik een regenponcho nodig heb. Ik zeg dat ik een regenjas bij heb maar dat ik wel wacht tot de regen minder wordt. Ritthy zegt dat hij terug moet omdat het druk is en dat geloof ik direct. In de tijd dat de jongen mijn scooter repareerde, heeft hij continu aan de telefoon gehangen. Ritthy koopt 2 regenponcho's voor hem en de jongen en vertrekt weer. Inmiddels zijn de mannen op een grote tafel gaan zitten en 2 vrouwen zitten er op een stoel bij. Er staat een schaaltje met hapjes en de nodige blikjes bier. De vrouwen nodigen mij met gebaren uit om ook aan te schuiven. Dat sla ik niet af. Hoewel er wederom vrijwel uitsluitend Khmer gesproken wordt, vermaak ik mij prima. De vrouwen bieden me allerlei etenswaren aan en zijn blij dat ik het allemaal proef. Het smaakt ook prima. Ze zijn enigszins bezorgd als ik een stukje pak waar een man behoorlijk wat peper over gestrooid had. Ik ben inmiddels meer dan 6 weken in Cambodja en wel wat gewend dus ook dit stukje valt prima. De vrouw die links van mij zit verstaat wat Engels en spreekt ook een paar woorden Engels. Het is een gezellige middag maar ik wil daar zo ver 'van huis’ niet dronken gevoerd worden en met name de vrouwen zijn lichtelijk teleurgesteld als ik duidelijk maak dat ik moet gaan. Ik geef de jongen die het eten en drinken kwam brengen een bijdrage voor het eten en drinken die blijkbaar zo hoog is, dat alle teleurstelling direct verdwenen is. Later realiseer ik me pas hoe bijzonder deze ervaring is: zit je in de 'middle of nowhere’ in één van de armere landen in de wereld waar zich nog niet zo lang geleden een vreselijk drama heeft afgespeeld, met lokale mensen 'het leven’ te vieren. Deze mensen stralen plezier en geluk uit en dat op op een 'normale’ dinsdagmiddag in November in het jaar 2017, Amen.
Het is nog niet zo laat, bijna half drie, dus ik besluit naar de Tatai waterval te rijden die 15 km oostelijk van Koh Kong ligt. Om er te komen, moet je vanaf de hoofdweg die naar Phnom Penh gaat, een gravelweggetje nemen wat naar de waterval leidt. Ik kan het zonder problemen vinden en moet $1 entree betalen. Verderop moet ik door 2 kleinere riviertjes rijden waar nog behoorlijk wat water stroomt. Met mijn 'boottochten’ in Phnom Penh nog in gedachten, neem ik het risico en rijd er door. Het is voor een onervaren scooterrijder als ik, geen 'walk in the park’ maar het lukt me om ze beiden over te steken. Bij de parkeerplaats zie ik een vergelijkbare scooter staan als ik heb en dat stemt me tevreden: ik ben blijkbaar niet de enige ‘idioot’ die dat doet. Via een klauter-paadje arriveer ik bij de waterval waar enkele standjes staan waar je wat eten en drinken kunt krijgen. Ik loop wat rond. Ik vind de waterval niet zo mooi als die in de jungle maar er komt wel veel meer water naar beneden. Aangezien ik nu alleen ben en al met één blauwe teen rondloop, besluit ik om geen duik te nemen. Er zijn aan deze kant van de rivier geen diepere 'bassins’ waar het water rustiger stroomt. Ik koop wat te drinken en loop omhoog. Daar zie ik een westerling op de rotsen liggen. Als ik dichterbij kom, groeten we elkaar en al snel praten we met elkaar of we elkaar al jaren kennen. Hij blijkt Carlos te heten en komt uit Spanje, in de buurt van Valencia. Daar heeft hij nu even genoeg van en is aan het rondreizen. Hij heeft een aantal jaren in Leiden gestudeerd maar de Nederlandse taal bleek toch erg lastig. We drinken samen nog wat en gaan dan gezamenlijk terug. Hij is blij dat ik er bij ben want in omgekeerde 'looprichting’ splitst het 'klauter-paadje’ zich. Ik weet welke kant we op moeten en even later staan we op de parkeerplaats. De andere vergelijkbare scooter blijkt van Carlos te zijn :-). Vervolgens gaan we op weg naar de hoofdweg: het eerste riviertje oversteken gaat prima maar bij het tweede rolt er een rots onder mijn voorwiel weg en val ik om. Er is verder geen zichtbare schade aan mijn scooter of mijzelf maar de scooter is wel afgeslagen. Die krijgen we ook niet meer aan de praat, ook niet met de kickstarter. Carlos zegt dat hij me hier niet achterlaat, mi amigo ;-). Er zit niet veel anders op dan bij Carlos achterop te klimmen. Hij vraagt wel of het goed is als we eerst nog langs het Tatai resort gaan waar we nu vlakbij zijn. Hij wil kijken of hij voor een paar dagen een kajak kan huren om naar de zee te kajakken, door de mangrove bossen. Ik vind het prima. Inmiddels is het wederom flink gaan regenen maar dat deert mij niet echt. Ik was al nat van mijn valpartij in het riviertje.
Helaas voor Carlos verhuurt het resort alleen kajaks aan gasten van het resort. Dit is het (prijzige) resort dat de tuk-tuk chauffeur bij de “Killing Caves’ mij adviseerde. De indruk die ik krijg van het resort is dat het een sjieke bedoening is met obers en personeel 'strak in het pak’. Ik ben blij dat ik daar niet zit. We rijden terug naar Koh Kong ‘city’, een ritje van ruim 15 km. Als we bij Ritthy vertellen dat mijn scooter na een val vanuit bijna stilstand, niet meer wil starten, moet ik direct bij iemand van zijn personeel achterop om hem naar de scooter te leiden. Er rijdt nog iemand meer mee op een scooter. Dat is weer 15 km terug, zucht.
Als we op de plek aangekomen zijn, gaat de andere man met de kickstarter aan de gang en na een minuutje slaat hij gelukkig aan. De man rijdt op ‘mijn’ scooter weg en de man bij wie ik achterop zat, gebaart mij om de andere scooter te pakken. De zon is inmiddels onder en de terugweg rijd ik grotendeels in het donker. Toch nog even tricky want dat stuk heb ik zelf nog niet gereden dus ik weet niet waar grote gaten zitten. De verlichting van de scooter werkt wel maar tegemoetkomende auto’s hebben vaak groot licht op staan en schakelen dat niet terug zodat je verblind wordt. Dat is oppassen geblazen. Maar zonder verdere problemen kom ik bij Ritthy's aan. Ik eet daar nog een gigantische kipschnitzel met lekkere kruiden en kaas, heerlijk. Daarna bestel ik een moto-dop om me terug naar mijn guesthouse te brengen. Als ik daar aankom, staat er een heel assortiment auto’s geparkeerd. Die blijken van een groep Aziaten en één Amerikaan te zijn. Als ik bij de receptie sta te wachten op mijn sleutel en de was die ik de dag ervoor had afgegeven, spreekt de Amerikaan mij aan. Hij heet Gus en is getrouwd met een Thais/Cambodjaanse vrouw. Ze zijn nu daar om familie en oude bekenden van zijn vrouw op te zoeken. Zijn vrouw is druk doende met die familie en oude bekenden en dat gaat veelal in Thais en/of Khmer. Gus verstaat en spreekt geen van beiden dus hij is overduidelijk blij met mijn gezelschap. Hij biedt mij een biertje aan en we kletsen nog verder. Hij heeft een jongere broer die in Nederland woont en dus moet ik met Gus op de foto zodat hij die naar zijn broer kan sturen.
Ik regel mijn ontbijt en vervoer naar de bus voor morgen bij Set en reken alles af. Dan ben ik de volgende ochtend sneller klaar. Ik moet om tien over half acht bij Ritthy's zijn.
Ik ga naar mijn kamer om te douchen en mijn natte spullen te drogen te hangen zodat ik die enigszins droog kan inpakken. Om het drogen te bespoedigen, zet ik de airco aan. En dan ga ik slapen…

Woensdag 15 november: Om 5:45 uur eruit want ik moet mijn spullen nog ordenen en inpakken. De meeste spullen zijn redelijk gedroogd alleen de korte broek is nog wat vochtig. Daarna ontbijten en dan staat Set klaar om me weg te brengen. We moeten nog een omweggetje nemen omdat de politie aan het controleren is op helmen. In Cambodja is de bestuurder verplicht om een helm te dragen en Set heeft er geen op, net als ik. Hij weet de politie te ontwijken en zet me mooi op tijd bij Ritthy's af. Van daaruit gaat het per tuk-tuk naar het busstation waar mijn bus al klaar staat. Mooi op tijd vertrekt die naar Sihanoukville waar ik de veerboot naar Koh Rong Sanloem zal nemen. Vanuit de bus maak ik nog wat foto's van de mooie omgeving waar we door rijden.

Foto’s

5 Reacties

  1. Toon & Franka:
    18 november 2017
    Weer hele mooie foto's en mooie verhalen. Geniet er van.
    Grtjs ons
  2. Anja:
    19 november 2017
    Wat een mooie foto's en mooi verhaal weer.
    Groetjes van ons.
  3. Marcel:
    19 november 2017
    Het verhaal lijkt niet af. De foto's gaan nog een stukje verder in tijd. Is er iets verdwenen of bewaar je dat voor een andere keer?
  4. Jan:
    19 november 2017
    Scherp gezien, Marcel. Maar ja, dat had ik kunnen verwachten van een FLS-er ;-).
    Het is een 'sneak preview' van mijn volgende blog: verblijf op eiland Koh Rong Sanloem op Sunset Beach.
    Meer foto's en blog post ik ergens komende dagen als ik goede WiFi verbinding heb.
  5. Door:
    20 november 2017
    Mooi, mooi, mooi.....
    Genieten dus....
    Nog een weekje????
    Liefs en groetjes